Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad gemeente Tholen
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende regels
omtrent de vergaderingen van de raad (Reglement van Orde voor de
vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Tholen
2023)
Geldend van 03-05-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf
01-04-2023
Intitulé
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende regels
omtrent de vergaderingen van de raad (Reglement van Orde voor de
vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Tholen
2023) De raad van de gemeente Tholen;
gelezen het voorstel van de fractievoorzitters d.d. 8 februari 2023;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Bestuurszaken d.d. 13 april 2023;
b e s l u i t :
het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad gemeente Tholen als volgt vast te stellen:
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende
regels omtrent de vergaderingen van de raad (Reglement van Orde voor
de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Tholen
2023)
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
- amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een
ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;
- griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;
- initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een
verordening of ander voorstel;
- motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt
uitgesproken;
- subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een
aanhangig amendement;
- voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de
vergadering;
- voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger;
- wet: Gemeentewet.
Artikel 2. De voorzitter
De voorzitter is belast met:
- het leiden van de vergadering;
- het handhaven van de orde;
- het doen naleven van het Reglement van Orde;
- hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.
Artikel 3. De griffier
- De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen en bij het
fractievoorzittersoverleg.
- Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen
door een plaatsvervanger die door de raad is aangewezen.
- De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan
beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.
Artikel 4. Het fractievoorzittersoverleg
- Er is een fractievoorzittersoverleg dat bestaat uit de
voorzitter en de fractievoorzitters.
De griffier is in elke vergadering van het
fractievoorzittersoverleg aanwezig.
- Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij
afwezigheid in het fractievoorzittersoverleg vervangt.
- Het fractievoorzittersoverleg kan anderen uitnodigen deel te
nemen aan zijn vergaderingen.
- Het fractievoorzittersoverleg doet aanbevelingen aan de raad
inzake de organisatie en het functioneren van de raad en de
raadscommissies voor zover het niet betreft de taken van het
presidium.
Artikel 5. Het presidium
- Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitters van
raadscommissies en de voorzitter.
De griffier is in elke vergadering van het presidium aanwezig.
- Het presidium heeft als voornaamste taak het voorbereiden en
vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen en
raadscommissievergaderingen.
Hoofdstuk 2 - Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 6. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
- Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een
commissie in bestaande uit drie raadsleden.
- Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking
hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt
vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw
benoemde raadsleden tot de raad.
Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt
melding gemaakt in dit advies.
- Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal
stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude
samenstelling na de raadsverkiezingen.
- Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten
raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe
samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af
te leggen.
- In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de
voorzitter een nieuw benoemd raadslid op voor de
raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de
voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Artikel 7. Benoeming wethouders
- Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie
in bestaande uit drie raadsleden.
- Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder
voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste,
derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de wet.
- De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de
benoeming tot wethouder.
- De burgemeester kan voor de aanvang van iedere ambtstermijn
opdracht geven om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse
integriteit te onderwerpen.
De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag
uit aan de raad.
Artikel 8. Fracties
- Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde
kandidatenlijst verkozen zijn verklaard worden bij de aanvang
van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.
- Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst,
voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam.
Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de
eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze
fractie in de raad zal voeren.
- De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger
worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.
- Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als
zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een
andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk
mededeling gedaan aan de voorzitter.
- Met de onder het vierde lid beschreven situatie wordt rekening
gehouden met de ingang van de eerstvolgende vergadering van de
raad na de mededeling daarvan.
- Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit
artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet en wordt gebruikt met
ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.
Hoofdstuk 3 - Vergaderingen
Paragraaf 1 - Tijd van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 9. Tijd en plaats van vergaderen
- De vergaderingen vinden plaats volgens een jaarlijks op te
stellen schema.
De vergaderingen vangen aan om 19.30 uur en worden gehouden in
het gemeentehuis.
- De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en
aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.
Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende
situatie, overleg in het fractievoorzittersoverleg.
Artikel 10. Oproep en agenda
- De voorzitter zendt ten minste 10 dagen voor een
raadsvergadering de raadsleden een agenda-uitnodiging via
e-mail.
- De voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken wordt
middels het digitale raadsinformatiesysteem aan de raadsleden
beschikbaar gesteld en openbaar gemaakt.
- In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden
van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen.
Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de
raadsvergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken
aan de leden beschikbaar gesteld en openbaar gemaakt.
- Informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie
waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding
is opgelegd, blijft in afwijking van het tweede en derde lid
onder berusting van de griffier.
- De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de
raad vastgesteld.
Artikel 11. Openbare kennisgeving
- Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door
aankondiging in het gemeentelijk informatieblad en door
plaatsing op de website van de gemeente.
- De openbare kennisgeving vermeldt:
- de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige
agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien.
- In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving
uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.
Paragraaf 2 - Orde der vergadering
Artikel 12. Presentielijst
- De griffier draagt zorg voor het bijhouden van
presentielijsten van raadsvergaderingen.
- Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de
presentielijst, die aan het einde van elke raadsvergadering door
de voorzitter en de griffier door ondertekening wordt
vastgesteld.
Artikel 13. Gebed voor opening van de vergadering
Direct voorafgaand aan de opening van de vergadering spreekt de
voorzitter of een lid van de gemeenteraad het ambtsgebed uit.
Artikel 14. Verslag en besluitenlijst
- De griffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van
raadsvergaderingen.
- Uit een besluitenlijst blijkt in ieder geval:
- de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en
de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de
overige personen die het woord gevoerd hebben;
- een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;
- een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- een overzicht van het verloop van elke stemming met
vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de
raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van
de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de wet
van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van
hun stem hebben vergist;
- de tekst van de ter vergadering ingediende
initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties,
amendementen en subamendementen;
- bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de
hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van
artikel 19 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de
beraadslagingen.
- Een conceptbesluitenlijst wordt gelijktijdig met de verzending
aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het
woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop deze
betrekking heeft.
- Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van
de vorige vergadering vastgesteld.
- Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de
voorzitter en griffier.
- Voor zover de aard en inhoud van de besluitvorming zich
daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst openbaar gemaakt
door plaatsing op de website van de gemeente.
- De vergadering wordt gelivestreamd op de website van de
gemeente.
Artikel 15. Ingekomen stukken
- Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst
die aan de raadsleden wordt toegezonden.
Deze lijst is terug te vinden als bijlage bij de voorlopige
agenda.
- Na de vaststelling van de besluitenlijst stelt de raad op
voorstel van het presidium, of in geval van onverwijlde spoed de
griffier, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.
Artikel 16. Aantal spreektermijnen
- Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in
twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.
- Raadsleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het
woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een
amendement, een subamendement, een motie of een
initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de
beraadslaging daarover.
- Bij de bepaling hoeveel keer een raadslid over hetzelfde
onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet
meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 17. Handhaving orde; schorsing
- Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van
dit reglement te herinneren;
- een lid hem interrumpeert.
De voorzitter kan bepalen dat de spreker zijn betoog zonder
verdere interrupties zal afronden.
In de eerste spreektermijn als bedoeld in artikel 16 van dit
reglement zijn geen interrupties toegestaan.
- Als een spreker zich beledigende of onbetamelijke
uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde
onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan
wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter
tot de orde geroepen.
Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan
de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats
heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering
voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - als na de
heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering
sluiten.
Artikel 18. Beraadslaging
- De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de
raad beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of
voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de
voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door
hem te bepalen tijd te schorsen, teneinde het college of de
leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad.
De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode
verstreken is.
Artikel 19. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet, kan de
raad besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 20. Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming
overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 21. Beslissing
- De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een
onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad
anders beslist.
- Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel
plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te
nemen beslissing.
Paragraaf 3 - Procedures bij stemmingen
Artikel 22. Stemming; procedure hoofdelijke stemming
- De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen.
Is dit niet het geval, dan stelt de voorzitter vast dat het
voorstel zonder stemming is aangenomen.
- Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de
in de raadsvergadering aanwezige raadsleden in het verslag
vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of
zich overeenkomstig artikel 28 van de wet van deelneming aan de
stemming te hebben onthouden.
- Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt,
doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.
- Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij
naam op hun stem uit te brengen.
De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen
raadslid en verloopt verder op alfabetische volgorde.
- Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige
raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van
deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door
zich ‘voor’ of ‘tegen’ te verklaren, zonder enige toevoeging.
- Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem
vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende lid
heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later,
dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming
bekend heeft gemaakt aantekening maken van zijn vergissing.
Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee
en doet daarbij mededeling van het genomen besluit.
Artikel 23. Volgorde stemming over amendementen en moties
- Als op een aanhangig voorstel amendementen zijn ingediend,
wordt eerst over die amendementen gestemd en vervolgens over het
voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.
- Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het
subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop
dat betrekking heeft.
- Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde
gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt
onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest
vérstrekkende amendement of subamendement gestemd.
- Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend,
wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de
motie.
De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken.
Artikel 24. Stemming over personen
- Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen
van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie
raadsleden tot stembureau.
- Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de
wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn
verplicht een stembriefje in te leveren.
- Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te
benoemen, voor te dragen of aan te bevelen.
- In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje
beslist de raad op voorstel van het stembureau.
Hoofdstuk 4 - Rechten van leden
Artikel 25. Amendementen en subamendementen
- Raadsleden dienen amendementen en subamendementen in vóór het
sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze
betrekking hebben schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de
voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.
- Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en
subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de
presentielijst getekend hebben.
- Intrekking door de indiener van een amendement of
subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door
de raad is afgerond.
Artikel 26. Moties
- Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.
- De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de
beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het
betrekking heeft.
- De behandeling van een motie over een niet op de agenda
opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda
opgenomen onderwerpen zijn behandeld.
- Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat
de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.
Artikel 27. Voorstellen van orde
- De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering
mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden
toegelicht.
- Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de
vergadering betreffen.
- Over een voorstel van orde beslist de raad terstond.
Artikel 28. Initiatiefvoorstel
- Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de
voorzitter.
Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter
kennis van het college.
- Het college kan binnen dertig dagen nadat het ter kennis is
gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met
betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.
- Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter
kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt
hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede
lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de
agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst.
Als de voorlopige agenda en bijbehorende stukken reeds
beschikbaar zijn gesteld, wordt het voorstel op de agenda van de
daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Artikel 29. Collegevoorstel
- Een collegevoorstel aan de raad dat vermeld staat op de
voorlopige agenda van de raadsvergadering, wordt niet
ingetrokken zonder toestemming van de raad.
- Als de raad van oordeel is dat het nodig is een voorstel als
bedoeld in het eerste lid voor advies terug te zenden aan het
college, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel
opnieuw geagendeerd wordt.
Artikel 30. Interpellatie
- Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een
interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter.
Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.
- De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig
mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.
- Over verzoeken die ten minste 48 uur voor aanvang van een
raadsvergadering zijn ingediend of in naar het oordeel van de
voorzitter spoedeisende gevallen, wordt tijdens de eerstvolgende
raadsvergadering gestemd.
In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.
- De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord.
De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet
vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.
Artikel 31. Schriftelijke vragen
- Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de
burgemeester in bij de griffie.
- Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd.
De vragen kunnen van een korte toelichting worden voorzien.De
toelichting is in principe niet bedoeld om voorafgaand aan het
feitenonderzoek uitvoerig meningen en suggesties te geven.
De vorm van de vraagstelling kan nooit een voorwaarde zijn voor
de beantwoording.
- De griffie brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van
de overige raadsleden en het college of de burgemeester.
- Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in
ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn ingediend.
- Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester
worden door de griffie aan de raadsleden toegezonden.
- De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de
eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over
het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij
de raad anders beslist.
Artikel 32. Vragenuur
- Aan het begin van elke raadsvergadering is er een vragenuur,
tenzij bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend.
- Raadsleden die tijdens het vragenuur vragen willen stellen,
melden deze vragen ten minste 10 uur voor aanvang van de
vergadering bij de voorzitter.
- De voorzitter bepaalt de volgorde waarin vragen tijdens het
vragenuur aan de orde worden gesteld alsmede de spreektijd voor
de vragensteller, de overige raadsleden, het college en de
burgemeester.
- Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om
één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen
en een toelichting daarop te geven.
Na de beantwoording krijgt de vragensteller desgewenst het woord
om aanvullende vragen te stellen.
- De voorzitter kan aan andere raadsleden het woord verlenen om
hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de
burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.
- Tijdens het vragenuur worden geen moties ingediend en geen
interrupties toegelaten.
Artikel 33. Inlichtingen
- Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de
artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de wet
schriftelijk in bij de griffier.
- De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig
mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of
de burgemeester.
- De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de
raad verschaft, in ieder geval binnen dertig dagen nadat het
verzoek is ingediend.
Hoofdstuk 5 - Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 34. Verslag en verantwoording
- Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de
secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van
het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander
gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet
gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om (in
aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken
of voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over
zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn.
Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de
voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
- Ieder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het
eerste lid, schriftelijke vragen stellen.
De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld
in artikel 39, zijn van overeenkomstige toepassing.
- Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het
eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze
van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan
daarvan.
De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in
artikel 41, zijn van overeenkomstige toepassing.
- Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere
organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden
heeft benoemd.
Hoofdstuk 6 - Besloten vergadering
Artikel 35. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige
toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter
van de vergadering.
Artikel 36. Verslag en besluitenlijst besloten vergadering
- Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten
raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar berusten bij de
griffier.
- Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk
in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden.
Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al
dan niet opheffen van de geheimhouding op het vastgestelde
verslag en de besluitenlijst.
- De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de
voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 37. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid van de wet
voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie
op te heffen wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd
daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het
desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 7 - Toehoorders en pers
Artikel 38. Toehoorders en pers
- Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare
raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde
plaatsen.
- Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op
andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
Artikel 39. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of
beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de
voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.
Hoofdstuk 8 - Slotbepalingen
Artikel 40. Uitleg reglement
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel
omtrent de toepassing van dit reglement, beslist de raad op voorstel
van de voorzitter.
Artikel 41. Intrekking oude reglement
Het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de
gemeente Tholen, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 april 2021,
wordt ingetrokken.
Artikel 42. Inwerkingtreding en citeertitel
- Dit reglement treedt in werking op de dag na die van
bekendmaking daarvan en heeft terugwerkende kracht tot 1 april
2023.
- Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor
vergaderingen en werkzaamheden van de raad gemeente Tholen 2023.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare
vergadering van 20 april 2023,
w.g. M.L.P. Sijbers, voorzitter
w.g. L. Vermeij, griffier